Normenlijst

  1. Je moet zorgvuldig met geld omgaan
  2. Je moet zuinig zijn op je spullen
  3. Je moet voldoen aan de verwachtingen van anderen
  4. Je moet blijven verbeteren
  5. Je moet rationele beslissingen nemen
  6. Je moet op resultaat gericht zijn
  7. Je moet open staan voor veranderingen
  8. Je moet open staan voor mensen die anders denken
  9. Je moet met iedereen samen kunnen werken
  10. Je moet jezelf zien te redden
  11. Je moet je van anderen onderscheiden
  12. Je moet je mening geven
  13. Je moet jezelf laten zien
  14. Je moet jezelf laten horen
  15. Je moet je profileren
  16. Je moet je aan de regels houden
  17. Je moet iedereen gelijk behandelen
  18. Je moet het goede voorbeeld geven
  19. Je moet fouten durven maken
  20. Je moet je fouten toe kunnen geven
  21. Je moet elkaar helpen
  22. Je moet elkaar aanspreken
  23. Je moet je eigen belang ondergeschikt maken aan dat van een ander of de groep
  24. Je moet de keuzes van anderen respecteren
  25. Je moet dingen overleggen
  26. Je moet afspraken en beloften nakomen
  27. Je moet voor jezelf opkomen
  28. Je mag niet roddelen.