Handvat 8 – Helderheid door contrast

Eh ja… waar je nu in zit, noemen ze een contrastervaring. Er is een contrast, een verschil tussen:

  1. hoe je je nu voelt en hoe je je wilt voelen;
  2. de situatie waar je nu in zit en waar je in wilt zitten;
  3. het leven dat je nu leidt en het leven dat je zou willen leiden;
  4. waar je nu bent (zowel letterlijk als figuurlijk) en waar je zou willen zijn.

Contrast is alles wat niet goed voelt.

Negatieve emoties en gevoelens noemen ze feedback uit je leven. Het geeft aan dat je je leven niet leeft conform jouw persoonlijke waarden, oftewel zoals jij het zou willen leven. Het goede nieuws is: het geeft dus informatie over wat je wel zou willen. Alleen al bezig zijn met het intepreteren van die feedback kan een beter gevoel geven. In elk geval het gevoel dat deze gevoelens en emoties nog enig nut hebben en je kunnen helpen te ontdekken wat je echt wilt.

Onder de uitleg kun je het handvat downloaden om in te typen of te printen.

Het is een simpel handvat. Hoe het werkt, lees je hieronder.

Stap 1 – maak een lijst in kolom A die je zo lang mogelijk maakt (50-100 punten) van dingen die je niet wilt. In de lijst mogen ook negatieve gedachten, gevoelens en emoties voorkomen. Hoe meer contrast je onderkent, hoe meer helderheid je zult krijgen. Verzamel punten van een paar dagen omdat elke dag weer andere informatie zal geven.

Stap 2 – Stel jezelf bij elk punt in kolom A de vraag: ‘Maar wat wil ik dan wel?’. Het antwoord schrijf je in kolom B van het werkblad.

Alles waar de woorden niet en geen in staan moetje ombuigen naar zinnen met: wat dan wel? (Je hersenen kunnen niets met woorden geen en niet.)

Alles met het woord minder stel je jezelf ook de vraag: als ik minder (bijvoorbeeld stress) heb, wat heb ik dan in de plaats daarvan?

Alles met het woord meer, maak je specifieker. Wat is meer tijd? Hoeveel? Wanneer? Hoe specifieker het je lukt, hoe beter.

Stap 3 (deze stap hoef je niet te doen, alleen als je zin hebt) – kijk of je de dingen die in je lijst staan, kunt clusteren naar levensgebieden zoals:

  1. werk
  2. geld
  3. relatie met partner
  4. gezin
  5. familie
  6. vrienden/sociaal
  7. vrije tijd/ tijd voor jezelf
  8. gezondheid
  9. zelfbeeld/persoonlijke ontwikkeling.

Hieronder wat voorbeelden uit de praktijk

Contrast – dingen die ik niet wil (A)

Schrijf hier de dingen op die je niet wilt.

  1. Niet genoeg geld.
  2. Mijn rekeningen niet altijd (meteen) kunnen betalen (elke keer als er een rekening binnenkomt, voel ik stress).
  3. Maar net rond kunnen komen.
  4. Een vriend die steeds maar zeurt als ik weg bent geweest.
  5. Me altijd maar moe voelen.
  6. Me lamlendig voelen.

Helderheid – dingen die ik wél wil (B)

Schrijf hier de dingen op die je wél wilt.

  1. Geld in overvloed (hoe specifieker je dit kunt maken, hoe beter!)
  2. Ik kan mijn rekeningen gemakkelijk en snel betalen. Ik ben blij dat ik geld heb om ze te betalen.
  3. Altijd geld overhebben.
  4. Een vriend die mij steunt en mij motiveert dingen voor mezelf te doen. Een vriend die mij dingen gunt.
  5. Genoeg energie hebben om te doen wat ik belangrijk vind en me goed voelen. (Stel jezelf hierover vragen: wat is genoeg energie? Welke dingen zou je dan doen als je genoeg energie had?)
  6. Opgewekt zijn, zin in de dag hebben.

Dit handvat heb ik uit het boek: De wet van de aantrekkingskracht van Michael Losier.