Rome versus Volendam

Er bestaat zoiets als een vakantie-karma. Ik weet het nu zeker. Aaron en ik zijn natuurrampen als het gaat om het boeken van weekendjes weg en vakanties. We pretenderen ongelooflijk veel van reizen te houden en schreeuwen dat we de wereld willen zien maar ondertussen hebben we allebei een soort ingebouwde weerstand tegen het regelen ervan.

Zo roep ik al vier jaar dat ik naar Rome wil. Ergens in februari besloten we dat het Hemelvaartweekend zich daar prima voor zou lenen. We zouden de vrijdag na Hemelvaart vrij nemen en zo hadden we dan toch maar mooi vier vrije dagen te pakken. Helaas kregen zowel Aaron en ik last van uitstelleritus en strandden we twee weken geleden met onze goede voornemens in de tuin met allebei een IPad op schoot om de boel te regelen.

Dachten we.

Laksheid en Co hadden er even niet aan gedacht dat er meer mensen in Europa waren die het Hemelvaartweekend een uitstekend moment vonden om naar Rome te gaan. Wat er nog over was aan vluchten en hotels, was meer geschikt voor oliesjeiks en andere miljonairs. Daarnaast waren de vluchttijden niet aantrekkelijk omdat ik het heel slecht doe als nachtbraker. ‘Wat heb je gedaan in Rome, Wen?’ Beetje vervelend als ik dan moet antwoorden: ‘Nou, vooral geslapen.’

Kortom: we zouden Rome laten staan op onze wishlist. Flexibiliteit is één van ‘onze’ sterke karaktereigenschappen. Kan ook zijn dat dit een gevolg is van de uitstelleritus die we hebben op vakantiegebied. Dat laat ik dan maar even in het midden. Een weekendje naar de kust, dat zou het worden! Driftig tikten, sleepten en wreven we over onze IPads. Ik was het al snel zat, maar probeerde dat niet te laten merken. (Mislukt, het viel helaas toch op.) Het duurde dan ook geen half uur voordat ik driftig opstond.

‘Nou, ik kap ermee! Ik ben er heeeeelemaal klaar mee!’ Bonk, bonk. Theatraal stampte ik naar de keuken om drinken te halen. Aaron kent me inmiddels en reageerde niet op dit kinderachtige gedrag. Hij zocht door maar ook hij moest erkennen dat simpelweg alle hotels aan de kust volgeboekt waren. Nadat ik mijn irritatie (over mezelf, dat begrijp ik heus wel) aan de kant geschoven had, vervolgde ik met frisse moed mijn zoektocht naar een leuk weekendje weg. Ik slaakte enthousiaste gilletjes bij boomhutten, avontuurlijke tentervaringen, woonboten en kleine huisjes met veranda’s aan het water. (Ja, de kust… ik raakte een beetje verdwaald.) Helaas waren ook deze leuke ‘dingetjes’ niet meer vrij met Hemelvaart en de moed zakte steeds verder in mijn schoenen.

Ik ‘ben’ van het mailen en online contact zoeken, Aaron is een echte beller. Hij praat, ik tik. Dat praten leverde uiteindelijk een hotel in…

…Volendam op. Volendam. Juist ja. Van Rome naar de kust en van de kust naar Volendam. Je snapt dat we ook niet van die mensen zijn die dan helemaal voorbereid naar Volendam gaan en van te voren al precies weten wat we daar gaan doen enzo. We hadden allebei een beeld van Volendam. Namelijk dat het een gezellig havenplaatsje is met heel veel te doen. Gezellig was het zeker en er is ongetwijfeld veel te doen als je alleen al kijkt naar de huizen die naar voren of opzij hangen maar we kwamen er niet om te klussen. We hebben er lekker gegeten en heerlijk rondgewandeld. Maar ja, het is niet zo groot en het hotel had maar plek voor één nacht. Zo zaten we de volgende morgen met de IPads op een terras op zoek naar een volgend hotel. Zelfde verhaal. Aaron praat, ik tik. En weer is het Aaron die als eerste beet heeft. Den Helder! Here we go! Als je van ‘van alles en nog wat door elkaar’ houdt, dan raad ik je Den-Helder zeker aan. Het Foresthotel was wel een leuke verrassing. Hele aardige mensen en alles zo leuk ingericht. We hadden bij de HEMA een waterkoker gescoord want ik ben zo’n rituelenmens die van de leg raakt als ik niet gezellig ’s avonds met mijn kopje slaapthee in bed kan zitten. (Ja, ik weet dat je daar wat van vindt.) En ’s morgens word ik echt superblij van een kopje koffie.

Lopen we de receptie binnen, zegt de receptioniste: ‘Wat hebben jullie bij de HEMA gekocht?’ Ik check haar gezicht op strengheid en wurm de grote doos met waterkoker onder mijn arm om deze aan het zicht te onttrekken. Terwijl ik het ding probeer weg te werken, geeft Aaron gewoon antwoord. Ik voelde me net een stout kind. De receptioniste begint te lachen en vraagt hoe we dat gaan doen zonder glazen. Daar hebben mister en miss Onvoorbereid natuurlijk niet over nagedacht. Zij wel. Ze schuift ons twee glazen toe en vraagt of we ook nog thee willen hebben. Zakjes had ik al wel, glazen niet. Zo aardig! Dat de lift zo klein is dat we eigenlijk niet passen met zijn tweeën en de doos, doet er dan natuurlijk niet meer toe.

We hebben lekker terras-gehopt aan de kust van Julianadorp, gegeten en de bios in Den-Helder bevolkt. Al met al een relaxt, geïmproviseerd Hemelvaartweekend. Aaron zei het zo mooi: ‘Het gaat er toch niet om waar we heen gaan? We zijn toch lekker weg met zijn tweeën?’ En zo is het maar net.